
Symptomen & diagnostiek bij luchtwegallergie
Bijna één op de drie Nederlanders heeft een luchtwegallergie. Bij de één resulteert dit in milde verkoudheidsklachten. Bij de ander in ernstige klachten met significante impact op kwaliteit van leven. Hieronder bespreken we de symptomen en diagnostiek van luchtwegallergie.
Een luchtwegallergie kan zich op verschillende wijzen presenteren. Centraal staan klachten van de neus en ogen (allergische rinoconjunctivitis). Er kunnen ook andere klachten optreden binnen spectrum van het atopisch syndroom.
Neusklachten (allergische rinitis)
De meest voorkomende symptomen bij luchtwegallergie betreffen klachten van de neus na blootstelling aan het veroorzakende allergeen.
Veelvoorkomende symptomen zijn:
- Niezen
- Verstopte neus (congestie)
- Loopneus (rinorroe)
- Jeuk aan de neus


Oogklachten (allergische conjunictivitis)
Bij een luchtwegallergie gaan de neusklachten veelal gepaard met klachten van de ogen, welke doorgaans tegelijkertijd optreden.
Veelvoorkomende symptomen zijn:
- Tranende ogen
- Jeukende ogen
- Rode ogen
- Zwelling rond de ogen
Longklachten (allergisch astma)
Patiënten met een luchtwegallergie kunnen tevens tekenen vertonen van allergisch astma, in het bijzonder bij een onderliggend atopisch syndroom.
Veelvoorkomende symptomen zijn:
- Kortademigheidsklachten (dyspnoe)
- Piepende ademhaling (wheezing)
- Sensatie van dichtgeknepen keel
- Hoesten
Tevens kan sprake zijn van bronchiale hyperreactiviteit, waarbij de klachten toenemen na blootstelling aan sterke geuren, koude lucht, rook, etc.


Orale klachten (oraal allergie syndroom)
In het geval van een pollen- of huisstofmijtallergie, kunnen orale klachten op treden bij het eten van specifieke voedingsmiddelen door kruisallergie.
Veelvoorkomende symptomen zijn:
- Orale tintelingen, jeuk of milde zwelling na het eten van:
- Bepaalde (steen)fruitsoorten, groenten, noten of peulvruchten in het geval van een onderliggende pollenallergie.
- Garnalen in het geval van een onderliggende huisstofmijt allergie.
Huidklachten (constitutioneel eczeem)
Wanneer de luchtwegallergie zich presenteert in het kader van een onderliggend atopisch syndroom, kan bijkomend sprake zijn van eczeem.
Veelvoorkomende symptomen zijn:
- Huiduitslag (voorkeurslocaties: elleboog- en knieplooien).
- Jeukende huid (pruritus).
- Droge huid (xerodermie.)

Wat te doen bij hinderlijke klachten van luchtwegallergie?
Op deze website leest u meer over de geadviseerde basisbehandeling bij luchtwegallergie. Wanneer de klachten ondanks de instelde medicamenteuze basisbehandeling persisteren of er sprake is van hinderlijke bijwerkingen, dan komt uw patiënt mogelijk in aanmerking voor allergeen immunotherapie.
Diagnostiek bij luchtwegallergie
Om te kunnen spreken over een allergie voor inhalatie-allergenen (luchtwegallergie), moet er naast bijpassende klachten óók sprake zijn van aantoonbare sensibilisatie voor het betreffende allergeen. Alléén aantoonbare sensibilisatie - zonder bijpassende klachten - past eveneens niet bij een allergie. Het gaat dus altijd om een combinatie van aantoonbare sensibilisatie met een klachtenpatroon wat inpasbaar is bij het betreffende allergeen.
Om sensibilisatie voor specifieke allergenen te kunnen aantonen, zijn verschillende soorten testen mogelijk. Deze staan hieronder kort toegelicht.

Huidpriktesten
Hierbij worden kleine druppels met allergenen op de huid van de onderarm aangebracht, waarna door de druppel heen wordt geprikt met een lancet. Indien er sprake is van een allergie voor het betreffende allergeen, ontstaat binnen 30 minuten minuten een jeukend, rood bultje (kwaddel). De grootte van de kwaddel bepaalt het resultaat van de test.
Huidpriktesten worden normaliter uitgevoerd door een allergiespecialist. Onder voorwaarden, waaronder succesvolle afronding van passende scholing, kunnen deze testen ook in de eerste lijn worden verricht.
Bloedonderzoek middels venapunctie (immuno-assay)
Bij sensibilisatieonderzoek middels serologische testen wordt het bloed van de patiënt onderzocht op aanwezigheid en kwantificatie van IgE immunoglobulinen gericht tegen specifieke inhalatie-allergenen (sIgE). De hoeveelheid aantoonbaar sIgE (in kU/l) bepaalt het resultaat van de test.
In de dagelijkse praktijk wordt regelmatig gebruik gemaakt van een screeningstest voor inhalatie-allergenen (Phadiatop test). Alleen wanneer deze screeningstest positief is, worden ook de separate inhalatie-allergenen in het panel verder uitgesplitst en gekwantificeerd.


Bloedonderzoek middels vingerprik (immuno-assay)
Naast bloedonderzoek middels een venapunctie, kan bloed voor serologisch onderzoek ook worden verzameld in de thuissituatie middels een eenvoudige vingerprik. Hiertoe worden enkele druppels bloed op een filtreerpapiertje gedruppeld, die vervolgens per post wordt verzonden.
De betrouwbaarheid van serologische IgE-thuistesten lijkt niet inferieur ten opzichte van conventionele bloedtesten. Voor een correcte interpretatie van de test wordt geadviseerd testuitslagen te rapporteren in kU/l in plaats van categorieën met arbitrair gekozen afkapwaarden.